Welke persoonlijke hygiëneregels gelden in de horeca?

Niet alleen een snelle veeg onder de kraan! Handen moeten grondig worden gewassen met warm water en zeep, minstens 20 seconden lang. Vergeet niet tussen je vingers, onder je nagels en de rug van je handen schoon te maken. Dit moet gebeuren:

• Voor je begint met het bereiden van voedsel.
• Na elk toiletbezoek (logisch, toch?).
• Na het aanraken van rauw vlees of vis.
• En ja, zelfs na een onschuldig krabje aan je neus.

Gebruik altijd een papieren handdoekje om de kraan dicht te draaien, tenzij je een fancy automatische kraan hebt natuurlijk!

Je kunt niet verschijnen in de keuken in dezelfde outfit die je gisteren droeg naar dat feestje. Zorg voor schone bedrijfskleding die alleen op je werk wordt gedragen. Haarnetjes, petten of koksmutsen zijn een must om ongewenste extra’s (lees: haren) uit het eten te houden​.

Die mooie ringen, kettingen en armbanden blijven in je kluisje. Ze kunnen vuil vasthouden en vormen een risico op kruisbesmetting. Hetzelfde geldt voor horloges en losse voorwerpen. Zelfs pleisters moeten waterdicht en opvallend zijn, zodat je direct actie kunt ondernemen als ze per ongeluk losraken​.

Voel je je niet lekker, heb je koorts of (nog erger) last van je maag? Dan geldt één gouden regel: blijf thuis! In de horeca geldt dat zieke medewerkers, vooral met maag- en darmklachten, echt niet in de keuken mogen werken. Dit voorkomt dat je per ongeluk bacteriën of virussen verspreidt​. 

Als je moet hoesten of niezen, doe dat dan in je elleboog. En ja, je raadt het al: meteen daarna handen wassen! Niemand wil dat jouw niesbui in hun gerecht belandt​.

Geen water en zeep in de buurt? Geen zorgen! Handalcohol is een goed alternatief, zolang je ervoor zorgt dat er geen resten achterblijven voordat je met voedsel verder gaat​.