Aanpak virusuitbraak in zorginstellingen

De belangrijkste bron van besmetting is van mens op mens. Via vochtdruppels die vrijkomen door hoesten, braaksel of ontlasting van jezelf of iemand anders kan het virus op je handen terechtkomen. Als je niet goed je handen wast, verspreid je zo het virus verder. Direct van mens op mens, of via bijvoorbeeld deurklinken, eten of drinken.

De bekendste virussen die kunnen zorgen voor voedselinfecties zijn het norovirus en het hepatitis A-virus. Deze virussen kunnen door besmet water terechtkomen in schaal- en schelpdieren, zoals oesters en mosselen, en op groente en fruit. Virussen kunnen niet vermeerderen in eten of drinken zoals bacteriën dat kunnen. Maar het norovirus en hepatitis A-virus kunnen wel weken overleven in eten of drinken, ook in de koelkast of de vriezer. Dus bijvoorbeeld ook in bevroren fruit.

Je ziet, ruikt of proeft niets vreemds aan eten of drinken dat met een virus is besmet. Als eten of drinken dat besmet is met een virus goed verhit wordt, worden de virussen meestal wel gedood. Naast goed verhitten van bepaalde producten is het voorkómen van besmetting heel belangrijk.

• Heb je last van diarree, overgeven, een huidinfectie, een ontstoken wondje op je hand of pols, of een infectieziekte met huiduitslag? Meld dit zo snel mogelijk bij je leidinggevende en/of de bedrijfsarts. Er moet dan namelijk overlegd worden of je wel met eten en drinken mag werken.
• Heb je kort geleden last gehad van diarree, overgeven, een huidinfectie, een ontstoken wondje op je hand of pols, of een infectieziekte met huiduitslag? Of iemand in je omgeving, zoals je partner of kinderen? Het kan zijn dat je (nog) besmettelijk bent, ook al heb je zelf (nog) geen klachten (meer). Overleg met je leidinggevende of je mag werken met eten en drinken binnen de organisatie. Het is dan extra belangrijk dat je let op je persoonlijke hygiëne. Bijvoorbeeld dat je je handen goed wast wanneer dat nodig is.
• Heb je een infectie met het norovirus gehad? Dan mag je 24 uur nadat je beter bent weer werken. Je mag dan dus 24 uur lang niet hebben overgegeven of diarree hebben gehad. Het is daarna extra belangrijk dat je let op een goede persoonlijke hygiëne en dat je je handen dus heel goed wast wanneer dat nodig is.

“Hebben 2 of meer mensen binnen de organisatie last van diarree, overgeven, of beide? Dan moet je leidinggevende of de bedrijfsarts hierover contact opnemen met de GGD.”